Lunchwebinar bezwaar

Hieronder vind je de replay van het webinar over de bezwaarfase van vrijdag 4 juli 2025. Onder de video vind je de casus die is behandeld en de uitwerking daarvan.

  • Timmers BV is een aannemersbedrijf. Timmers BV wordt vaak ingehuurd door grotere aannemersbedrijven. Zij worden ingehuurd voor allerlei werkzaamheden (plaatsen trappen, kozijnen, dakkapellen etc). Timmers BV is opgericht in 2022 daarvoor maakte het bedrijf deel uit van een Vof. De twee vennoten hadden echter een andere visie op de toekomst en toen zijn ze uit elkaar gegaan. Timmers is voor een klein bedrag uitgekocht door zijn voormalige vennoot en is vervolgens daarmee Timmers BV gestart.  Zijn voormalige vennoot is vrij snel na het uit elkaar gegaan gestopt. Zonder Timmers droogde het werk snel op. De voormalige vennoot heeft zijn onderneming formeel nog niet beëindigd want de Vof heeft nog wat schulden, waaronder een omzetbelastingschuld.

    Timmers BV daarentegen groeit sinds de start razendsnel en heeft inmiddels 10 medewerkers.

    De Belastingdienst is een controle gestart bij Timmers. Bij controle van de balans kwam namelijk een flinke omzetbelastingschuld naar voren van €100.000. Volgens de ambtenaar zijn daar geen suppleties voor ingediend. En bij de Vof staat ook nog een flink bedrag open (€80k) zag de inspecteur.

    Verder valt het de inspecteur op dat op naam van Timmers BV een 5-tal kentekens van bestelwagens staan geregistreerd maar dat er geen bijtelling heeft plaatsgevonden. De inspecteur heeft de met de werknemers gesloten gebruikers overeenkomsten opgevraagd. De overeenkomsten bevatten de volgende afspraken:

    ·      Werknemer heeft een doorlopend afwisselend gebruik van de bestelauto, zodat de eindheffing voor rekening komt van de werkgever. Hierdoor zal er geen bijtelling worden gerekend en hoeft er geen rittenadministratie bijgehouden worden.

    De auto wordt aan de werknemer ter beschikking gesteld voor het uitoefenen van zijn/haar functie (zakelijk gebruik). De werknemer is echter vrij de auto eveneens voor privédoeleinden te gebruiken (bijvoorbeeld tijdens vrije dagen en vakanties), echter niet meer dan 500 km per kalenderjaar, tenzij werknemer bijtelling betaald.

    Er is geen kilometeradministratie bijgehouden voor de bestelauto’s. Bij controle van de benzinebonnen van een van de bestelauto’s bleek echter niet te zijn getankt in de weekenden.

    Met betrekking tot het gebruik van de bestelauto’s is in de praktijk de gang van zaken als volgt. Per bestelauto maken steeds twee mensen daarvan gebruik. Zij gaan met de auto naar de klus en soms wordt gevraagd om mee te helpen bij een andere klus. Degene van het koppel die de bestelauto naar het klusadres rijdt en weer terug of naar een andere klus kan wisselen per rit en per dag. Timmers BV verricht klussen die soms meerdere dagen, soms een dag of soms een dagdeel duren. Timmers BV heeft met de werknemers afgesproken dat in beginsel degene die het verst weg woont van het klusadres de bestelauto ’s avonds mee naar huis neemt en de volgende dag de ander ophaalt. Soms rijdt een andere werknemer in plaats van een van de werknemers van het vaste koppel mee. Bij vakantie van een van de twee rijdt in beginsel de andere werknemer in de auto al dan niet samen met een andere werknemer van Timmers.

    Naheffingen en boetes

    Omzetbelasting

    De inspecteur maakt van het onderzoek een rapport op en is voornemens de balansschulden omzetbelasting in totaal €180.000 over de jaren 2019 tot en met 2023 na te heffen. Ook de omzetbelastingschuld van de Vof heft hij na. Het is duidelijk dat Timmers degene is die de onderneming via de BV heeft voortgezet.

    Hij is ook voornemens boetes op te leggen. Een boete wegens opzettelijk te weinig betaalde omzetbelasting (art. 67f AWR) over de periode 2019 tot en met 2023. Er staat €180.000 aan omzetbelasting open. Er moet elk jaar worden gesuppleerd. Timmers had moeten weten dat de aangiftes niet juist waren.

    Ook wil hij een boete art. 10a AWR opleggen want er zijn geen suppleties ingediend. Volgens Timmers zou de boekhouder dat doen en mocht hij erop vertrouwen dat dit ook was gebeurd. Timmers vindt dat hem geen verwijt kan worden gemaakt.

    Loonbelasting

    De Inspecteur stelt dat bij de bestelwagens de eindheffingsregeling afwisselend gebruik niet kan worden toegepast omdat de bestelauto’s in privé voor meer dan 500 kilometer kunnen worden gebruikt.

    Timmers BV controleert helemaal niet op privégebruik. De bestelauto’s worden ’s avonds niet op het bedrijfsterrein achtergelaten maar mee naar huis genomen. De bestelauto’s kunnen dus ongelimiteerd privé gebruikt worden.

    Voor de inspecteur is het wel duidelijk hij heft bij alle medewerkers na en legt over 2023 en 2024 een naheffingsaanslag van in totaal €50.000 met een vergrijpboete wegens opzet van 50%. Timmers had moeten controleren op privegebruik en doordat niet te doen, is er sprake van opzettelijk te weinig belasting betalen.

    De inspecteur vindt het wel goed zo en stuurt met het controlerapport ook de naheffingsaanslagen met boetes mee.

    Hij ziet dat het aanslagbiljet omzetbelasting een klein foutje bevat. De boete is wel tot het juiste bedrag opgelegd maar het aanslagbiljet vermeldt alleen dat de boete ziet op art. 67f AWR. Maar dat maakt niet uit want de boetes zijn wel goed aangekondigd dus belanghebbende weet waarvoor hij een boete krijgt en daar draait het volgens de rechtspraak van de Hoge Raad om.

    De naheffingsaanslagen hebben dagtekening 25 juni 2025 en het rapport van het boekenonderzoek ook.

    Timmers BV komt bij jou en vraagt of jij bezwaar wilt maken.

  • 1)    Welke problemen zijn er?

    Naheffing OB 2019-2023

    -Is Unierechtelijk verdedigingsbeginsel wel nageleefd

    -suppleties niet ingediend?

    -Schuld Vof 80k meegenomen. Kan dat?

    Boetes

    67f AWR – opzet – belastingplichtige had moeten weten is niet weten.

    10a AWR- opzet- opzettelijk niet gesuppleerd.

    Naheffiing LH 2023

    -Privegebruik auto/wisselend gebruik

    -Maakt het uit dat er meer dan 500 km wordt gereden, terwijl volgens gebruikersovereenkomst dat niet mag. Timmers controleert ook niet.

    Boete

    67f AWR -opzettelijk niet betalen.

    2)    a) Systeem van heffing

    Heffing bij wege van voldoening op aangifte (OB) en inhouding en afdracht op aangifte (LH).

    Naheffingstermijn: 5 jaar

    Naheffing 2019 sowieso te laat, maar ook vraag of überhaupt wel bij Timmers BV kan worden nageheven?

    b) Bewijslast en bewijslastverdeling

    Algemeen uitgangspunt: wie stelt moet bewijzen.

    Invulling Hoge Raad;

    Bewijslast steeds naar redelijkheid verdelen.

    Belastingverhogende elementen: inspecteur moet bewijzen

    Belastingverlagende elementen (vrijstellingen/aftrekposten: belastingplichtige

    Uitzonderingen/afwijkingen: de partij die zich op de afwijking beroept

    -Zijn de suppleties verzonden? Timmers moet bewijzen.

    -Belastingschulden Vof -bewijslast in beginsel bij inspecteur (om daaraan te kunnen voldoen zal hij informatieverplichting nodig hebben (bijv. beeindigingsovereenkomst, correspondentie, financiele afhandeling).

    -Wisselend gebruik: Is uitzondering op de hoofdregel dus belastingplichtige moet bewijzen dat sprake is van wisselend gebruik.

    - Unierechtelijk verdedigingsbeginsel – inspecteur moet bewijzen

    c) Van toepassing zijnde regelgeving (wet-regelgeving, rechtspraak etc)

    -Art. 10a AWR jo art. 15 Uitvoeringsbesluit OB – Belastingplichtige moet suppleren zodra weet maar iig voordat de inspecteur erachter komt.

    -Art. 31, eerste lid, onder d, LB -als ivm aard werkzaamheden bezwaarlijk kan worden vastgesteld wie prive heeft gebruikt.

    -Art. 67f AWR – Opzettelijk of grofschuldig niet (volledig) of niet op tijd betalen aangiftebelasting

    -Art. 10a AWR – niet of niet tijdig suppleren

    -Unierechtelijk verdedigingsbeginsel – Inspecteur moet meedelen dat OB gaat naheffen en op grond waarvan/onderbouwing. Belastingplichtige moet expliciet gelegenheid krijgen te reageren. Geldt dat ook als het om een suppletie gaat en belastingplichtige dus precies weet hij moet betalen en waarom?

    3) Inschatting uitkomst op basis van de gegevens die je nu hebt

    -Unierechtelijk verdedigingsbeginsel – zo te zien niet nageleefd, als het geldt bij suppleties (Rb Zeeland-West-Brabant zegt van wel ECLI:NL:RBZWB:2018:1650). Had de procedure zonder schending een andere afloop kunnen hebben? Discussie over verzending suppleties. Als dat serieus iets over te zeggen valt wel.

    -Vof naheffing – Onduidelijk nog hoe dat is gelopen. Als verhaal Timmers klopt, kan de naheffing hiervoor niet.

    -Wisselend gebruik- ja, 500 km maakt niet uit. Als minder dan 500 km is gereden dan sowieso geen bijtelling. In dat geval kom je aan wisselend gebruik niet toe (ECLI:NL:GHDHA:2019:3152).

    -67f AWR – had moeten weten niet voldoende voor opzet zegt HR (ECLI:NL:HR:2022:526) bovendien opzet moet worden bewezen op moment dat betaald had moeten zijn, meestal per kwartaal (ECLI:NL:HR:2023:492)

    Boetes Vof? Kan niet want Vof bestaat niet meer (ECLI:NL:HR:2017:2655) en alsnog wel zou bestaan aan verkeerde belastingplichtige opgelegd.

    -10a AWR – wel aangekondigd maar niet opgelegd, kan niet (ECLI:NL:HR:2021:704)

    4) Welke feiten wil je nog verduidelijken?

    -Je wilt meer duidelijkheid over hoe dat is gegaan met de suppleties. Waarom zijn die niet ingediend? Wie zou wat doen en waar blijkt dat uit (is er correspondentie over, mail/app). Wat is er misgegaan? (niet altijd te achterhalen). Wat is de rol van de adviseur geweest en hoe was de samenwerking. Waren er in het verleden dingen misgegaan?

    -Je moet meer weten over beëindiging van de Vof. Hoe is dat afgehandeld (vragen bij client)

    5) Opbouw bezwaar

    Verloop: aankondiging onderzoek, gesprek, misschien aanvullende vragen inspecteur, correspondentie, rapport, naheffingen met boetes.

    Feiten: wat is duidelijk, maar je kunt ook best wat stellingen onder de feiten opnemen, bijvoorbeeld verhaal client over beëindiging Vof zonder dat je nog stukken hebt daarvan. De inspecteur moet dat betwisten als hij meent dat dit niet zo is gelopen. De kans dat hij dat doet is wel reëel, maar dan heb je ook duidelijk dat daar discussie over is. Je wilt geen dingen in de lucht laten hangen met het risico dat je in de uitspraak op bezwaar er alsnog mee geconfronteerd wordt.

    Juridisch kader:

    Onder juridisch kader kun je wet- regelgeving en rechtspraak opnemen. Dat heb je al uitgezocht. Je kunt citeren. Citeer niet te beperkt. Rechtsoverwegingen uit een arrest die je niet zo goed uitkomen, neem deze wel op en geef later aan waarom dat niet tot een andere beslissing moet leiden. Moffel je zwakke punten niet weg. Laat zien dat je het hebt gezien maar dat voor de uitkomst niet uitmaakt. Dat maakt je betoog sterker.

    Motivering/onderbouwing:

    Je standpunt volgt uit het voorgaande (verloop, feiten en juridisch kader).

    Naheffingsaanslag omzetbelasting met boetes:

    Ik zou in deze zaak beginnen met het verdedigingsbeginsel want daarmee kun je in één klap alles van tafel vegen. Het argument is in dat geval dat de inspecteur het verdedigingsbeginsel niet heeft gerespecteerd en dat het een andere afloop had kunnen hebben als de inspecteur het verdedigingsbeginsel wel had gerespecteerd. Ik denk dan aan de discussie over de suppleties.

    Subsidiair zou ik dan stellen dat de naheffing en de boete voor zover betrekking hebbend op de schuld van de vof moet worden vernietigd, omdat Timmers niet de onderneming heeft voortgezet. De naheffing is aan de verkeerde belastingplichtige opgelegd. De boete moet sowieso worden vernietigd omdat de vof niet meer bestaat.

    Verder zou ik het standpunt innemen dat de boetes 67f en 10a AWR moeten worden vernietigd. Bewijs van opzet is niet geleverd en de boete 10 AWR is wel aangekondigd maar niet opgelegd.

    Naheffingsaanslag loonbelasting met boete:

    De naheffingsaanslag loonbelasting moet worden vernietigd omdat er sprake is van wisselend gebruik en dat kun je onderbouwen met de feitelijke situatie. Daarnaast kun je nog aan geven dat het feit dat geen controle plaatsvond op het aantal gereden privékilometers niets uitmaakt, omdat als er minder dan 500 km privé wordt gereden in een jaar kom je sowieso niet aan de bijtelling toe. De voorwaarde is wel In de gebruikersovereenkomst met de werknemers opgenomen maar gaat verder dan de wettelijke regeling en voor de beoordeling of er sprake is van wisselend gebruik is dat dus niet relevant.

    Afzonderlijke gronden tegen de boete kun je in deze fase achterwege Laten Omdat wat mij betreft het evident is dat de naheffingsaanslag geen stand kan houden.

    6)    Wat wel en wat niet?

    Wat zet je wel in je bezwaar en wat niet. Ik zou je willen adviseren om de motivering van je bezwaar zakelijk te houden. Houd het bij de feiten, bij de inhoud, bij de probleempunten en bij jouw standpunt.

    Fouten van de inspecteur die niet direct tot vernietiging van de belastingaanslag of boete moeten leiden, houdt die voor je. Ik vind het over het algemeen niet zo zinvol om de inspecteur te wijzen op alle fouten die Hij heeft gemaakt als het niet direct wat oplevert. Over het algemeen werkt het namelijk niet zo goed om allemaal fouten op iemand af te vuren en hem vervolgens te vragen jou gelijk te geven.

    Ik noem die fouten alleen Als het invloed heeft op de beoordeling van de inhoud. Dat is in mijn ervaring voornamelijk het geval als de inspecteur of controle ambtenaar vooroordelen heeft over jou als gemachtigde of over jouw cliënt en daardoor een objectieve beoordeling van de inhoud van de zaak niet mogelijk is. En dat doet zich minder snel voor dan misschien wordt gedacht. Wanneer dan wel? Als hij het expliciet noemt in een mail, rapport of brief. Als je dat als uitgangspunt neemt, kun je het niet te vroeg inzetten.

    7)    Schrijfstijl en citaten

    De schrijfstijl. Gebruik korte actieve zinnen. Schrijf zoals je praat. Als het te informeel is kun je het altijd nog wat aanpassen kun je het altijd nog iets formeler maken. Dat is makkelijker is mijn ervaring dan een formeel geschreven tekst informeler maken. Dat komt volgens mij, omdat formelere teksten vaak langere zinnen bevatten. Dan gebruik je meer voegwoorden en plak je meerdere zinnen in een zin. Doe dat dus niet want dat komt de leesbaarheid vaak niet ten goede. Je wilt een lekker vlotlezend stuk hebben waarin je de inspecteur meeneemt in het verhaal van jouw cliënt. Ik gebruik daarom ook steeds vaker citaten uit correspondentie, zoals mailtjes of app berichten. Daarmee voorkom je dat de lezer uit jouw verhaal gaat en in de bijlagen naar die brief of die mail gaat zoeken en daar zijn eigen gedachten over gaat vormen, terwijl je wilt dat de lezer jouw gedachten volgt. Daar hoeft hij het niet mee eens te zijn maar je wilt wel dat de inspecteur jouw gedachten/jouw verhaal tot zich neemt.

    8)    Inzage: Wat heeft de inspecteur?

    Mijn advies is om altijd de inzage te doen. In deze casus doe je deze wat de inspecteur heeft over die vof en de beëindiging daarvan. Je wil ook meer weten over het indienen van de suppleties. Zit daarover iets in het dossier en zo ja wat? Roept het vragen op of beantwoordt het ook vragen?

    9)    Insteek hoorgesprek

    In deze casus kun je voor een groot deel gelijk krijgen, Maar de inspecteur moet ook mee. Is inspecteur ook al zover? Dus voor de inzage zou ik met hem bellen, om te polsen waar hij staat. Dan weet je ook wat je nog te doen staat voor het hoorgesprek en waar je de inspecteur misschien nog jouw kant op moet laten bewegen. Bijvoorbeeld rondom de beëindiging van de vof waren best wel wat onduidelijkheden. Als die niets zijn opgehelderd of niet volledig zijn opgehelderd kan dat een discussie opleveren en dan moet je bedenken hoe ga ik dit aanpakken?

  • Via de knop ‘Download template’ kun je de template met toelichting downloaden.

Volgende
Volgende

Lunchwebinar verzuimboetes